woensdag, januari 18, 2006

Eric Heiden


In de media is de afgelopen weken veel belangstelling geweest voor Eric Heiden. Wat heet veel: zijn naam is de afgelopen twee weken enkele malen gevallen in diverse televisieprogramma's, en dat is meer dan in de twintig jaar daarvoor, althans, buiten sportprogramma's om dan. Of zijn naam bij sportprogramma's vaker wordt genoemd weet ik eigenlijk niet, ik kijk nooit naar sport. Niet meer sinds Eric Heiden is gestopt met schaatsen.

Ik was 12 jaar in 1980, en ook toen keek ik nooit naar sport. Tot het moment dat die jonge god uit Amerika zijn eerste(twee? drie?) gouden medailles toonde, misschien wel gewoon in het journaal. Ik was meteen verliefd, zoals meisjes van 12 dat kunnen worden op iemand die ze op de televisie zien. Ik heb hem zijn vierde en vijfde medaille zien halen, in zwartwit, want mijn ouders deden toen nog niet aan kleur. Ik vond hem prachtig. Donker haar, een beetje lang, dat kon toen nog (later niet meer, nog later weer wel). Donkere ogen, die ik bruin inschatte. Ik begon meteen alles over hem te verzamelen. Ik bofte, mijn ouders lazen twee kranten (Trouw en de Haagsche Courant), dus mijn verzameling foto's besloeg uiteindelijk zeker zo'n vijf exemplaren. Zwartwit natuurlijk ook, want de kranten deden toen nog niet aan kleur. Ik bewaarde deze kleinoden in een mapje, waar ook een adressenboekje en een potloodje in zaten, en een klein opschrijfboekje, misschien wel met het achterliggende doel dat ik, mocht ik hem onverhoopt een keer op straat tegenkomen, bij het scoren van een handtekening niet om pen en papier verlegen zou zitten. Want dat was mijn grootste wens: Eric Heiden in het echt zien!

Na de Spelen kwam het WK allround in Heerenveen. Nu zou ik hem in het echt kunnen ontmoeten! Zo dichtbij zou hij vast nooit meer komen! Ik zeurde mijn ouders gek om er heen te kunnen, had zelfs al bedacht, bij gebrek aan geld voor de trein, dat ik er ook wel naartoe zou kunnen liften vanuit Delft. Vreemd genoeg vonden mijn ouders dat niet goed, en noodgedwongen volgde ik het kampioenschap weer voor de televisie. Om mijn gefrustreerde gevoelens te kanaliseren bouwde ik een provisorisch weefgetouw, en deed een serieuze poging om een sjaal te weven met zijn naam er op. Deze is overigens nooit af gekomen.

Op 6 januari is er een documentaire over Eric Heiden uitgezonden bij de publieke omroep. Ik zag, voor het eerst in kleur (want wij doen wel aan kleur), de jonge Heiden thuis in Madison. Ik zag hoe hij trainde, op een gladde vloer, hoe hij klimoefeningen deed. Soms zie ik idolen van vroeger, waarbij ik door schaamte word overvallen. Dat ik die ooit heb bewonderd! Zo niet bij Eric Heiden, hem vond ik weer leuk. Vervolgens kwam Eric Heiden aan het woord. Doctor Heiden dan, want hij is orthopedisch chirurg in Sacramento, Californië.

De Eric-Heiden-van-vandaag is niet meer die jongen om verliefd op te worden, maar wel een zeer aimabele man. Hij kwam warme en intelligent over. Oud geworden ook, een meneer. Wel nog steeds een strak lichaam. Er was niets te bespeuren van kapsones, noch van valse bescheidenheid. Hij wist heel goed wat een geweldige prestatie hij had neergezet in Lake Placid, maar leek zich maar al te goed te realiseren dat hij voor de jonge sporters van nu vooral Doctor Heiden is, en dat veel van hen geen idee hebben wie hij is.

Overigens is mijn droomwens uit 1980 wel uitgekomen. Enkele jaren later, in 1982 denk ik, reed hij mee in de Ronde van Pijnacker. En daar kon ik wel op de fiets naartoe. Ik stond vooraan en heb met mijn primitieve cameraatje wat wazige foto's genomen van een snel, maar niet snel genoeg, (hij eindigde roemloos ergens in de middenmoot,) fietsende Eric Heiden. Maar die handtekening, dat is nooit gelukt...